Teach what you preach!
Door: Else van den Berg
Door het vorige blog over
didactisch coachen werd ik aan het denken gezet. Docenten kunnen het leren van
de leerlingen bevorderen door didactisch te coachen. Maar hoe bevordert een
docent zijn eigen ontwikkeling? Op welke manier wordt de docent in een lerende
organisatie uitgedaagd en gecoacht? Als je iets doceert, moet je het dan ook
niet zelf uitvoeren? Volgens mij ligt hier een mooie kans om als leidinggevende
docenten(teams) in beweging te krijgen.
Als docenten in hun klassen het
onderwijs anders vormgeven, dan heeft dat invloed op allerlei andere aspecten.
Bijvoorbeeld op de lesvoorbereidingen, het leerling contact, de lesinhoud, de
lessenstructuur, de toetsvragen, etc. Door anders te handelen, verandert waarschijnlijk
ook de visie op wat hij verstaat onder goed onderwijs. Deze nieuwe visie wordt ook
gevormd door de gesprekken die docenten onderling en met hun leidinggevenden
voeren. De veranderingen op microniveau in een onderwijsorganisatie hebben
invloed op het gehele onderwijssysteem. Peter Senge (1992) noemt dit
systeemdenken.
Tijd voor docenten om zich bewust
te worden van deze verandering en het is tijd om na te denken over de effecten
op hun handelingen. Welke begeleiding heeft een docent nodig? Hoe wordt zijn
motivatie gestimuleerd? In veel schoolorganisaties zijn de leidinggevenden de
teamleiders en zijn docenten ingedeeld in teams. Deze organisatiestructuur kan
goed ingezet worden om de ontwikkelingen van docenten te bevorderen. Teamcoaching
kan een mooie oplossing zijn.
Teamcoaching
Teamcoaching stimuleert “het nemen van gezamenlijk eigenaarschap voor professionele team(competentie)ontwikkeling en het resultaat ervan” (Lingsma, 2005, p. 14). Afhankelijk van het teamproces en de teamsamenstelling gaat een teamcoach aan de slag om, vanuit een visie over de kwaliteit van werk en leven, een teamresultaat te bereiken. Hersey en Blanchard (1988) hebben in hun artikel vier verschillende niveaus van zelfstandigheid beschreven waarin een team zich kan bevinden. M1 is een team met een laag ontwikkelingsniveau en M4 is een groep met een hoog ontwikkelingsniveau. Bij elk stadium past een andere begeleiding, een andere leiderschapsstijl (S1 t/m S4), zie Afbeelding 1. Een teamleider kan als teamcoach een groep in een volgende fase krijgen. Het team doet nieuwe gezamenlijke ervaringen op en de verantwoordelijkheid van de teamleden wordt vergroot. Dit alles met als doel om de kwaliteiten van de individuen en de groep te bevorderen. In het boek Aan de slag met teamcoaching geeft Lingsma (2005) praktische tips voor leidinggevenden en coaches om de interactie met groepen van de vier verschillende ontwikkelingsniveaus aan te gaan.
Teamcoaching
Teamcoaching stimuleert “het nemen van gezamenlijk eigenaarschap voor professionele team(competentie)ontwikkeling en het resultaat ervan” (Lingsma, 2005, p. 14). Afhankelijk van het teamproces en de teamsamenstelling gaat een teamcoach aan de slag om, vanuit een visie over de kwaliteit van werk en leven, een teamresultaat te bereiken. Hersey en Blanchard (1988) hebben in hun artikel vier verschillende niveaus van zelfstandigheid beschreven waarin een team zich kan bevinden. M1 is een team met een laag ontwikkelingsniveau en M4 is een groep met een hoog ontwikkelingsniveau. Bij elk stadium past een andere begeleiding, een andere leiderschapsstijl (S1 t/m S4), zie Afbeelding 1. Een teamleider kan als teamcoach een groep in een volgende fase krijgen. Het team doet nieuwe gezamenlijke ervaringen op en de verantwoordelijkheid van de teamleden wordt vergroot. Dit alles met als doel om de kwaliteiten van de individuen en de groep te bevorderen. In het boek Aan de slag met teamcoaching geeft Lingsma (2005) praktische tips voor leidinggevenden en coaches om de interactie met groepen van de vier verschillende ontwikkelingsniveaus aan te gaan.
![]() |
|
Afbeelding 1: Situationeel leiderschap en taakgerichtheid
(Hersey & Blanchards, 1988) |
M1
Een team met een laag
ontwikkelingsniveau, M1, kenmerkt zich door een groep losse individuen die
weinig binding hebben met elkaar. Dit is terug te zien in het gedrag van het
team. De schuld wordt bij een ander gelegd, afspraken worden niet nagekomen, er
wordt gepraat over moeten, de
verantwoordelijkheid en de schuld ligt bij een ander. Opvallend is de
negativiteit rondom dit team. Om dit om te buigen en om de kwaliteiten van dit
team te ontwikkelen zal er gewerkt moeten worden aan de gezamenlijkheid van het
team. Dit kan door duidelijke regels en structuur aan te bieden. Hierdoor wordt
er duidelijkheid gegeven en staan alle neuzen dezelfde kant op. De teamleden zullen vaardigheden ontwikkelen
rondom het ontvangen van feedback, het nakomen van afspraken en verschil maken
tussen willen en moeten. Wanneer de M1-groep succesvol de groei heeft doorlopen komt
het in de volgende fase.
M2
Een M2-groep bestaat uit
verscheidende kleine bondjes. De groep is aan het uitzoeken vanuit welke normen
en waarden er wordt gewerkt. Wat hebben ze aan elkaar en hoe kan er worden
samengewerkt? Het gedrag van het team is heel onvoorspelbaar en wisselend.
Teamleden geven elkaar feedback en luisteren beter naar elkaar, maar
beschuldigen elkaar ook en beginnen conflicten met elkaar te krijgen. Een
teamcoach begeleidt de groep bij hun communicatie. Het groepsproces wordt
bespreekbaar gemaakt en de macht wordt verdeeld.
M3
Wanneer de rollen duidelijk zijn verdeeld
en wanneer de groep gezamenlijk werkt aan een gezamenlijk doel, kan er worden
gesproken over een M3-team. Er is een duidelijk wij-zij gevoel. Ons team
tegenover de rest. De teamleden zijn trots op zichzelf, ze leren van elkaar en
ze handelen proactief. De positiviteit in het team is opvallend. Tegenover
buitenstaanders is het team minder positief. Niet iedereen kan erbij horen en
als je nieuw in het team komt, moet je je wel aanpassen. Teamcoaching bij een
M3-groep bestaat uit het zorgdragen voor de inhoud, de procedure en het proces.
Aan de hand van coachvraagstellingen helpt de coach de competenties van het
team te ontwikkelingen.
M4
Een team met een hoog
ontwikkelingsniveau neemt op verschillende manieren verantwoordelijkheid en het
team werkt samen vanuit verbinding. Het team staat open voor ideeën van
buitenaf en teamleden werken teamoverstijgend. Er is onderling vertrouwen, ze
werken samen en ondersteunen elkaar. Een teamcoach prikkelt de denkpatronen
door nieuwe kaders aan te bieden, door te sparren met medewerkers en door
reflecteren af te wisselen met bezinning. De teamcoach zorgt voor wisseling van
rollen binnen het team. De kwaliteiten van teamleden worden gezien en ingezet.
Teach
what you preach!
Door docenten de kans te geven om
zichzelf te ontwikkelen door teamcoaching, ervaren zij het leerproces die ze
zelf bij hun leerlingen op gang willen brengen. Kortom: Teamleiders, geven
jullie het goede voorbeeld?
Hersey, P.,
& Blanchard, K. (1988). The
management of organizational behavior (5e druk).
Englewood Cliffs: Prentice Hall.
Englewood Cliffs: Prentice Hall.
Lingsma, M. (2005): Aan de slag met teamcoaching (5e herziene druk). Soest:
H. Nelissen B.V
Senge, P.M. (1992), De vijfde discipline: de kunst & praktijk van de lerende organisatie. Schiedam : Scriptum books

Reacties
Een reactie posten